Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
post
Lesezeit: 2 Minuten

Als eigenaar van een bedrijf is het vanzelfsprekend dat u bedrijfsmiddelen, zoals kantoormeubilair, magazijninrichting, vervoersmiddelen en gereedschap aanschaft voor langdurig gebruik. Deze aankopen vallen in de categorie investeringen en worden vaste activa genoemd: gebruiksvoorwerpen die langere tijd in gebruik zullen zijn. De term vlottende activa wordt gebruikt voor bijvoorbeeld voorraad of andere producten die maar één productieproces meegaan.

Vaste activa

Voor vaste activa dient u in uw boekhouding de kosten te verdelen over het aantal jaren van de levens- of gebruiksduur van de aankoop. Dit zijn ook de jaarlijkse kosten die u van de belasting aftrekt.

Een voorbeeld: u schaft een hydraulische stapelaar aan van € 1200, die u zeer veel gebruikt. U verwacht dat u deze machine vijf jaar zult gebruiken, waarna u de stapelaar voor € 200 kunt verkopen. In het jaar van de aanschaf wordt het gehele aankoopbedrag geboekt. Vervolgens schrijft u elk jaar € 200 van de boekwaarde af: over vijf jaar tijd verliest de investering € 1000 aan waarde, jaarlijks € 200. Dit bedrag moet elk jaar van de winst worden afgetrokken, totdat na vijf jaar de uiteindelijke restwaarde van € 200 is bereikt.

Lineaire formule

Samengevat valt de jaarlijkse afschrijving van gereedschap te berekenen met een simpele formule. Hiervoor dient u het volgende te weten:

  • Aanschafkosten: de totale kosten die gemaakt zijn voor de aanschaf.
  • Restwaarde: de waarde van het product wanneer het na de gebruiksduur wordt verkocht.
  • Gebruiksduur: periode waarin het product wordt gebruikt, of levensduur van het product, in jaren.

Hieruit volgt de onderstaande formule:

Regels Belastingdienst voor de afschrijving van gereedschap

Gereedschap afschrijven is een fiscale zaak. In de boekhouding is het dus relevant voor de Belastingdienst en aan de door hen gestelde regels onderhevig. In België zijn afschrijvingen voor gereedschap niet tot in detail geregeld in de wet, maar het is wel belangrijk dat u consequent tewerk gaat en de afschrijvingen altijd kan verantwoorden tegenover de fiscus. Materiaal moet in principe worden afgeschreven over de duur waarin het in gebruik is. Gebruikelijke termijnen zijn bijvoorbeeld 3 jaar voor kleiner materiaal en tussen de 5 en 10 jaar voor groter (en duurder) materiaal. In twijfelgeval wendt u zich het beste tot een professionele boekhouder.

Aanschafkosten, subsidies en eigen productie

Wanneer we spreken over aanschafkosten, dan valt hier meer onder dan alleen de prijs die is betaald voor de aankoop. U mag hier ook de bijkomende kosten optellen, zoals installatie, levering en eventuele administratieve kosten (zoals bij aankoop van onroerend goed). Wanneer u echter korting of subsidie ontvangt, trekt u deze af van de aanschafkosten.

Gebruikt u een product, zoals een machine of ander gebruiksvoorwerp, dat u zelf heeft geproduceerd? Dan kunt u de investeringswaarde berekenen door de materiaalkosten, personeelskosten en eventuele uitbestede werkzaamheden bij elkaar op te tellen.

Let op: de hier genoemde voorschriften zijn slechts een keuze uit de belangrijkste wettelijke richtlijnen. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we u naar de officiële voorschriften, wetten en richtlijnen omtrent dit thema. Bij de concrete omzetting in uw bedrijf is het raadzaam om vooraf een deskundige te raadplegen.

Bron afbeelding:
© gettyimages.de – jacoblund