Inhoud
Om in geval van brand snel te kunnen optreden, zijn brandblussers in bedrijfsgebouwen verplicht. Het is echter niet voldoende om zomaar ergens een brandblusser op te hangen. Hier kunt u meer lezen over hoeveel brandblussers u moet installeren, welke soorten brandblussers geschikt zijn voor welke bedrijven en hoe de verschillende brandklassen worden gedefinieerd.
Brandblussers: wat zijn de voorschriften voor bedrijven?
Bedrijven zijn verplicht een bepaald aantal brandblussers per vierkante meter op de werkplek te installeren. Zelfs kleine bedrijven die slechts één persoon in dienst hebben, moeten voor voldoende brandbeveiliging zorgen. Freelancers, deeltijdkrachten en uitzendkrachten tellen ook mee als werknemers. De grootte van het bedrijfsgebouw is echter niet het enige waar u op moet letten. In het ARAB wordt aan de hand van meerdere factoren bepaald hoeveel brandblussers wettelijk verplicht zijn bij u in het bedrijf:
- Hoeveel mensen zijn er in het bedrijf werkzaam?
- Hoeveel vierkante meter vloeroppervlakte heeft de werkplek?
- Zijn de delen van de werkruimte (‘zones’) van elkaar gescheiden?
- Is er een normaal of verhoogd brandgevaar?
Aantal brandblussers per vierkante meter
De vraag hoeveel brandblussers u per vierkante meter in uw bedrijf nodig hebt en waar ze moeten worden geplaatst, wordt ook wel de projectering van brandblussers genoemd. Deze hangt dus onder andere af van het brandrisico in uw bedrijf. Dat houdt niet alleen in hoe groot de kans op brand is, maar ook wat voor soort brand er kan ontstaan. Verschillende stoffen branden namelijk op een verschillende manier, en afhankelijk daarvan moeten er verschillende preventieve maatregelen worden getroffen: sommige brandblussers zijn ongeschikt voor bepaalde soorten brand, ook heeft u in sommige situaties meer brandblussers per vierkante meter nodig. De website van Brandbeveiliging Vlaanderen geeft een duidelijk overzicht.
Brandrisico
Het brandrisico is een belangrijke factor bij het vaststellen van de juiste brandpreventie voor bedrijven. Het risico dat er brand uitbreekt is immers niet overal even hoog, maar hangt af van de omstandigheden in uw bedrijf. Verwerkt u in uw bedrijf licht ontvlambare stoffen? Heeft u bijvoorbeeld een drukkerij, een magazijn waar verf, vernis, alcohol of papier wordt opgeslagen, of een timmerwerkplaats, garage of andere werkplaats waar met snijbranders wordt gewerkt? Dan is er hoogstwaarschijnlijk sprake van een verhoogd brandrisico.
Daarentegen is het brandrisico gering in verkoop- en opslagruimten met niet-brandbare artikelen, dokterspraktijken, kinderdagverblijven en kantoren. De criteria die bepalen of er sprake is van normaal of verhoogd brandgevaar staan in de volgende tabel:
Brandrisico | Omschrijving |
---|---|
Normaal risico | • De waarschijnlijkheid dat er brand ontstaat • De snelheid waarmee een vuur zich verspreidt • De stoffen die vrijkomen in geval van brand • Gevaar voor personen, het milieu en voorwerpen |
Verhoogd risico | • De bedrijfs- of plaatselijke omstandigheden op het terrein zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van brand • Aanwezigheid van ontvlambare en oxiderende stoffen • Een waarschijnlijke snelle uitbreiding van vuur en rookvorming in de beginfase van een brand • Het uitvoeren van werkzaamheden of processen die brandgevaar opleveren, bijv. lassen, solderen of het gebruik van snijbranders. |
Belangrijk: het bepalen of er sprake is van een verhoogd brandrisico of niet, is niet zomaar uit de bovenstaande tabel af te leiden! Deze is bedoeld als indicatie. Het vaststellen van het daadwerkelijke brandrisico in uw bedrijf is een essentieel onderdeel van de risico-inventarisatie die voor ieder bedrijf wettelijk verplicht is. Deze dient te worden uitgevoerd door een erkende professional op dit gebied.
Welke soorten brandblussers zijn er?
Brandblussers zijn er in alle soorten en maten. Niet alleen het blusmiddel kan verschillen, maar ook het formaat en de constructie. Brandblussers worden aan de hand van de norm NBN-EN 3-7 als volgt ingedeeld:
Indeling op basis van blusmiddel
Er zijn onder andere poeder-, schuim-, water- en CO2-blussers. Poederblussers zijn het meest wijdverbreid, waarvan ABC-bluspoeder het meest gebruikt wordt, omdat het geschikt is voor universeel gebruik in de brandklassen A, B en C. Afhankelijk van het soort brand kunnen de volgende bluspoeders worden gebruikt:
- ABC-bluspoeder bestaat uit ammoniumsulfaat en ammoniumfosfaat.
- BC-bluspoeder bestaat uit kaliumbicarbonaat en natriumbicarbonaat.
- D-bluspoeder bestaat uit natriumchloride.
In de volgende tabel ziet u welke blusmiddelen er beschikbaar zijn, wat hun eigenschappen zijn en tot welke brandklassen zij behoren.
Brandblussers | Eigenschappen | Brandklassen | Toepassing |
---|---|---|---|
Poederblusser | • Hoog blusvermogen • Vorstbestendig • Universeel toepasbaar • Veroorzaakt echter aanzienlijke blusschade | A, B, C | • Magazijn • Garage • Buitenruimtes |
Schuimblusser | • Hoog blusvermogen • Blusmiddel gemakkelijk te verwijderen • Veroorzaakt minder blusschade | A, B | • Binnenruimtes |
Waterblusser | • Beperkt blusvermogen • Weinig blusschade | A | • Binnenruimtes |
CO2-blusser (koolzuursneeuwblussers) | • Hoog blusvermogen • Geen blussporen | B | • Elektrische installaties • Serverruimtes |
Metaalbrandblusser | • Hoog blusvermogen • Vorstbestendig | D | • Industrie |
Vetbrandblusser | • Hoog blusvermogen • Veroorzaakt middelgrote blusschade | A, B, F | • Horeca |
Indeling op basis van constructie
Bij brandblussers wordt ook onderscheid gemaakt op basis van hun ontwerp; er zijn twee verschillende soorten. Beide dienen hetzelfde doel en zijn even betrouwbaar – alleen de manier waarop ze worden bediend is verschillend. De belangrijkste kenmerken in één oogopslag:
Brandblussers met een drukpatroon
Dit type brandblusser is uitgerust met een rode inslagknop, die moet worden ingedrukt om een drukpatroon gevuld met drijfgas – meestal CO2 – te activeren. Deze drukpatronen kunnen uitwendig zijn, maar zijn tegenwoordig meestal inwendig. Het drijfgas wordt naar de bodem van de houder geleid, waar dit het blusmiddel vrijmaakt en naar buiten perst. Dergelijke brandblussers zijn technisch ingewikkelder dan brandblussers die onder permanente druk staan, maar zijn erg gemakkelijk te gebruiken. Brandblussers met een drukpatroon hebben de volgende kenmerken:
- Blusmiddel kan gemakkelijk gedoseerd worden, zelfs door onervaren gebruikers
- Betrouwbaar
- Weinig onderhoud nodig en dus lagere onderhoudskosten
- Duur in aanschaf
- Compact blusapparaat
- Langere levensduur (25 jaar)
Brandblussers onder permanente druk
Zoals de naam al aangeeft, staat de houder van deze brandblusser permanent onder druk. Dit type brandblusser heeft de volgende kenmerken:
- Betrekkelijk voordelig in de aanschaf
- Meer tijd nodig voor onderhoud brandblusser, dus hogere onderhoudskosten
- Mogelijk verlies van druk, wat de functie kan schaden.
- Regelmatig onderhoud van brandblusser is belangrijk
- Iets kortere levensduur (20 jaar)
Welke brandklassen zijn er?
Niet elk brandblusapparaat is geschikt voor elk bedrijf. Blusmiddelen worden aan de hand van hun geschiktheid in verschillende brandklassen ingedeeld. Welke brandblusser u kiest, hangt dus af van de sector waarin u werkzaam bent en de materialen die u in uw bedrijf gebruikt of verwerkt. De brandklasse wordt op elke blusser vermeld.
Brandklasse | Eigenschappen | Voorbeelden |
---|---|---|
Brandklasse A | Branden van vaste stoffen • Hoofdzakelijk organische stoffen • Bij verbranding ontstaan sintels | • Hout • Papier • Stro • Textiel • Steenkool • Autobanden |
Brandklasse B | Branden van vloeibare of vloeibaar wordende stoffen | • Benzine • Olie • Smeervet • Lakken en vernissen • Hars • Was • Teer |
Brandklasse C | Branden van gassen | • Methaan • Propaan • Waterstof • Acetylen • Aardgas |
Brandklasse F | Branden van levensmiddeloliën en -vetten | • Plantaardige oliën • Dierlijke oliën • In frituurinstallaties • In keukeninstallaties • In keukenapparaten |
Brandblussers voor bedrijven moeten ten minste voldoen aan brandklasse A en brandklasse B; blusmiddelen voor andere brandklassen zijn verplicht als dat blijkt uit de resultaten van de risico-inventaris.
Wat betekent de blusrating van een brandblusser?
De meeste brandblussers zijn ook gemarkeerd met een combinatie van letters en cijfers (bijv. 55A, 75F). Terwijl de letters de brandklassen definiëren, geeft het getal de blusrating aan, dat wil zeggen hoe ‘capabel’ de brandblusser is in het blussen van branden binnen de respectievelijke brandklasse. Het blusvermogen wordt bepaald met behulp van speciale testobjecten. Op grond daarvan krijgen de brandblusapparaten hun zogenaamde rating, voordat zij vervolgens worden gecertificeerd.
Voorbeelden van ratings:
- A-blusrating
De blusrating wordt bepaald door het blussen van een gestandaardiseerde stapel hout. De houtsoort, de dichtheid en het vochtgehalte van het materiaal zijn nauwkeurig voorgeschreven. Een brandblusapparaat met een vermogen van 55A kan een houtstapel van 5,5 meter breedte binnen de voorgeschreven tijd blussen.
- B-blusrating
Hier wordt als testobject een cilindrische container gebruikt, die voor een derde gevuld is met water en voor twee derde met de brandstof heptaan. Het heptaan wordt aangestoken en daarna geblust. De blusrating van het blusapparaat blijkt vervolgens uit de hoeveelheid vloeistof en de tijd die nodig is om het te blussen. Een blusser met een rating van 233B is in staat om 233 liter van de brandbare vloeistof binnen een voorgeschreven tijd te blussen.
- F-blusrating
Om de F-rating van een brandblusser te bepalen wordt een stalen vat gevuld met plantaardige olie aangestoken. Ook hier geeft de hoeveelheid gebluste plantaardige olie de beoordeling aan. Een vetbrandblusser met een beoordeling van 75 F kan bijvoorbeeld 75 liter brandende olie blussen.
Zo brengt u brandblussers op de juiste manier aan in uw bedrijf
De volgende tips helpen u om brandblussers op de juiste manier te monteren.
- Zichtbaarheid
Zorg ervoor dat brandblusapparaten direct zichtbaar en voor iedereen toegankelijk zijn. Bevestig de juiste, wettelijk verplichte brandbeveiligingsborden om de aanwezigheid van de brandblussers aan te geven. De hoogte van de handgreep moet ongeveer tussen 0,8 en 1,2 meter liggen, zodat ook kleinere mensen de brandblussers makkelijk uit de houder kunnen nemen.
- Toegankelijkheid
Plaats de brandblussers op een geschikte plaats, bij voorkeur langs vlucht- en reddingswegen. Dat kunnen in- en uitgangen, trappenhuizen of gangen zijn. Als dat niet mogelijk is, plaats dan borden die wijzen op de plaats van het dichtstbijzijnde brandblusapparaat.
- De juiste afstand
Zorg ervoor dat er niet meer dan 20 meter tussen de brandblussers zit. Als uw bedrijfsruimte over verschillende verdiepingen verdeeld is, moet er op elke verdieping minstens één brandblusser aanwezig zijn.
Veelgestelde vragen over brandblussers voor bedrijven
Brandblussers worden onderscheiden aan de hand van het soort blusmiddel en de manier waarop ze functioneren. Er zijn poeder-, schuim-, water- en CO2-blussers. Wat betreft hun constructie en bediening kunnen we twee soorten onderscheiden: er zijn brandblussers waarbij een drukpatroon wordt geactiveerd met een inslagknop, en er zijn brandblussers die onder permanente druk staan.
In het verleden bestond er een brandklasse E voor het blussen van elektronische branden, waarvoor een specifiek soort blusmiddel nodig was. Dit is niet langer het geval, want branden waarbij elektronische apparatuur betrokken is, kunnen tegenwoordig worden geblust met standaard brandblusapparaten.
Installeer de brandblussers zo dat ze voor iedereen gemakkelijk zichtbaar en toegankelijk zijn. De hoogte van de handgreep moet ook voor kleinere mensen gemakkelijk bereikbaar zijn, een hoogte tussen 0,8 en 1,2 meter is optimaal. Er mag maximaal 20 meter afstand tussen de afzonderlijke brandblussers zitten; daarnaast dient er op elke verdieping minstens één brandblusser aanwezig te zijn.
Volgens de norm NBN S 21-050 dienen brandblussers regelmatig te worden gecontroleerd en zo nodig onderhouden. Een brandexpert dient jaarlijks een brandblusser onderhoud uit te voeren. Iedere vijf jaar dient er meer uitgebreid onderhoud plaats te vinden en de vulling van nat- en schuimblussers moet worden vervangen. Na tien jaar moet de brandblusser worden gedemonteerd en moeten onderdelen en vulling eventueel worden vervangen. De drukpatronen, slang en het pistool moeten worden afgeperst; koolstofsneeuwblussers moeten worden afgeperst en geijkt. Na vijftien jaar moet dit onderhoud worden herhaald; na twintig jaar mogen brandblussers niet meer worden gebruikt, ze moeten dan worden vervangen.
Bron afbeelding:
© gettyimages.de – SimoneN, Georgeclerk, Scharfsinn86