Inhoud
Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt er gewerkt met zogenaamde gevarenklassen. De gevarenklasse van de stof duidt in één oogopslag aan welke risico’s de stof met zich meebrengt. De indeling van de verschillende stoffen en de bijbehorende markeringen zijn verankerd in verschillende overeenkomsten en wetten, die maken dat er een internationale standaard is. In dit artikel vindt u een gedetailleerde beschrijving van de gevarenklassen en een overzicht van de voorschriften voor veiligheidsmarkeringen.
Wat zijn gevaarlijke stoffen en waarom is markering zo belangrijk?
Met gevaarlijke stoffen worden alle goederen bedoeld waarvan het vervoer een verhoogd risico inhoudt voor de gezondheid van mens en dier, het milieu of de openbare veiligheid. Bij de omgang met gevaarlijke goederen is het belangrijk dat alle betrokken partijen onmiddellijk weten om wat voor gevaar het gaat en hoe hoog dat gevaar is. Daarom is het niet alleen belangrijk om de goederen in speciale containers te vervoeren; ook de toewijzing van een gevarenklasse en de juiste etikettering zijn wettelijk verplicht. Deze maken enerzijds duidelijk welke veiligheidsmaatregelen nodig zijn voor het vervoer en de behandeling van de goederen. Anderzijds weten hulpdiensten bij een ongeval meteen welke maatregelen ze moeten nemen.
Gevarenklassen: een overzicht
De classificatie van gevaarlijke goederen is gebaseerd op de aanbevelingen van de Verenigde Naties voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Daarin worden negen gevarenklassen met verschillende onderklassen gedefinieerd op basis van specifieke kenmerken.
De eigenschappen van de goederen in kwestie bepalen welke vervoersvoorwaarden van toepassing zijn wanneer u een bepaald gevaarlijk goed vervoert. In deze tabel ziet u een overzicht van de verschillende gevarenklassen:
Gevarenklasse | Onderklasse | Beschrijving |
---|---|---|
Gevarenklasse 1 – explosieve stoffen | • Stoffen die een massa-explosie kunnen veroorzaken (de explosie zou de gehele lading betreffen). • Gevaar voor de vorming van splinters, rondvliegende fragmenten en voorwerpen. • 1.3. Brandgevaar en hoge stralingswarmte • 1.4. Matig explosieve stoffen • 1.5. Zeer ongevoelige stoffen die tot massa-explosie in staat zijn • 1.6. Extreem ongevoelige niet-massa-explosieve stoffen | Voor het vervoer van explosieve stoffen is het belangrijk te weten of en hoe verschillende stoffen met elkaar reageren. Daarom moet u aanvullend de compatibiliteitsgroep van een stof bepalen en deze met de bijbehorende hoofdletter (A t/m L, N of S) markeren. Zo kunnen stoffen van de groepen C, D en E gezamenlijk worden verpakt en vervoerd. |
Gevarenklasse 2 – gassen en gasvormige stoffen | • 2.1. Brandbare gassen • 2.2 Niet-brandbare gassen • 2.3 Giftige gassen | Gassen, ongeacht in welke vorm; samengeperst, vloeibaar gemaakt of opgelost. Bijvoorbeeld: waterstof, propaangas, lachgas of haarlak. De mate van gevaar wordt aangegeven met een hoofdletter: A – verstikkend O – oxiderend F – brandbaar T – giftig C – bijtend |
Gevarenklasse 3 – brandbare vloeibare stoffen | Vloeibare of gesmolten stoffen die ontbranden wanneer een bepaalde temperatuur of druk wordt bereikt; bijvoorbeeld alcohol of benzine. Deze gevaarlijke goederen worden ingedeeld aan de hand van hun vlampunt en eventuele bijkomende gevaren (giftig, explosief). Hier gelden dezelfde lettercodes als bij klasse 2. Bijvoorbeeld: F1 – vlampunt van 60°C of minder. F2 – vlampunt hoger dan 60°C FTC – brandbare vloeistoffen, bijtend | |
Gevarenklasse 4 – brandbare vaste stoffen | • 4.1 Zelfontledende en gedesensibiliseerde explosieve stoffen • 4.2 Stoffen die tot zelfontbranding kunnen overgaan • 4.3 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen. | • Stoffen die kunnen ontbranden door rondvliegende vonken of wrijving; bijv. zwavel, lucifers. • Stoffen die na korte tijd ontbranden bij contact met lucht of die continu opwarmen en na langere tijd (uren tot dagen) ontbranden, bijv. vernis, witte fosfor. • Stoffen waarvan de gassen bij contact met lucht een brandbaar of explosief mengsel vormen. |
Gevarenklasse 5 – oxiderende stoffen | • 5.1 Oxiderende stoffen • 5.2 Organische peroxiden | • Stoffen die een brand kunnen veroorzaken of aanwakkeren, maar zelf niet per se brandbaar zijn; bijv. waterstofperoxide, natriumchloride. Alle organische peroxiden die • meer dan 1 % actieve zuurstof en meer dan 1 % waterstofperoxide bevatten of • meer dan 0,5% actieve zuurstof en 7% waterstofperoxide bevatten. |
Gevarenklasse 6 – giftige en infectueuze stoffen | • 6.1 Giftige stoffen • 6.2 Infectueuze stoffen | • Stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid of zelfs dodelijk bij inademing, opname of contact met de huid; bijv. arsenicum, pesticiden, blauwzuur. • Stoffen die ziekteverwekkers bevatten of waar het vermoeden bestaat dat ze die bevatten; bijvoorbeeld laboratoriummonsters, afval van klinieken en medische praktijken. |
Gevarenklasse 7 – radioactieve stoffen | Stoffen die zelf radioactief zijn of radioactieve componenten bevatten; bijv. uranium, plutonium, bepaalde natuurkundige en medische instrumenten. | |
Gevarenklasse 8 – bijtende stoffen | Stoffen die bij direct contact schade aan de huid of slijmvliezen veroorzaken, of materiële schade aan andere vervoerde goederen veroorzaken. | |
Gevarenklasse 9 – diverse gevaarlijke stoffen | Alle goederen waarvan een gevaar uitgaat dat niet onder de klassen 1-8 valt. | |
Gevarenklasse 9A | Alle stoffen en materialen waarvan het gevarenpotentieel niet onder de klassen 1-8 en niet onder de bijzondere bepaling SV 188 valt. |
Wettelijke voorschriften over de markering van gevarenklassen
De markering van gevaarlijke goederen wordt geregeld in verschillende internationale en nationale wetten. De VN-classificatie vormt de basis voor internationale overeenkomsten over de wetgeving voor gevaarlijke goederen, die op hun beurt worden omgezet in nationale wetgeving. In België geldt het volgende:
- ADR (Europese Overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg).
- RID (Regelgeving over het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen)
- ADN (Europese Overeenkomst over het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren)
- IMDG-code voor internationale zeetransporten van gevaarlijke goederen
- IATA/ICAO voor internationale luchttransporten van gevaarlijke goederen
Naast een overzicht van de gevarenklassen bevatten deze wetteksten gedetailleerde informatie over de voorwaarden waaronder u bepaalde gevaarlijke stoffen mag vervoeren. Dit omvat voorschriften met betrekking tot verpakking, belading en vervoer, evenals de opleiding en training van alle betrokken personen.
Er bestaat een wettelijke markeringsplicht voor gevaarlijke goederen. Als u zich hier niet of onvoldoende aan houdt kunt u daarvoor worden gestraft, en hoge boetes krijgen. Zowel de verpakkingen als de transportvoertuigen van gevaarlijke stoffen moeten worden voorzien van de juiste gevarenlabels en een gevarenbord.
Gevarenklassen op de juiste manier markeren
Allereerst bepaalt u onder welke gevarenklasse uw transportgoederen vallen met behulp van het VN-overzicht. Om ervoor te zorgen dat de eigenschappen van de stoffen ook over de grens begrijpelijk zijn, ongeacht de taal, worden ze weergegeven met behulp van pictogrammen en getallen.
- Etiketten voor gevaarlijke goederen: etiketten voor gevaarlijke goederen worden geclassificeerd volgens ADR en GGVS. U dient de verpakkingen en de vervoersmiddelen op ondubbelzinnige manier te markeren. Onder andere de gevarenklasse moet worden aangegeven.
- Het gevaarnummer of Kemler-nummer is een twee- of driecijferige getallenreeks die de specifieke gevaarlijke eigenschappen aangeeft. De verdubbeling van een cijfer geeft een verhoogd gevaar aan; als er een X aan vooraf gaat, betekent dit dat de stof gevaarlijk reageert met water.
- Het VN-nummer of stofnummer is een reeks van vier cijfers die voor elke stof afzonderlijk wordt vastgesteld door een VN-comité. De specifieke nummerreeksen voor alle stoffen van alle gevarenklassen zijn als lijst opgenomen in de wettelijke voorschriften.
Gevarenpictogram
De kleinste markering, het gevarenpictogram, is een ruitvormig gevarenetiket. De bovenste helft bevat het gevarensymbool en de gevarenklasse, de onderste helft het UN-nummer van de gevaarlijke goederen. Bovendien moet het etiket een bepaalde kleur hebben, die ook afhangt van de desbetreffende gevarenklasse.
Gevarenpictogrammen zijn 10 x 10 cm groot en worden op de verpakkingseenheden (vaten, dozen) of op de gevaarlijke goederen zelf aangebracht.
Gevarenetiket (plakkaat)
Gevarenetiketten verschillen alleen qua afmeting (ten minste 25 x 25 cm) van de gevarenpictogrammen. Ze worden gebruikt wanneer het voertuig zelf de ‘verpakkingseenheid’ is, bijvoorbeeld in het geval van zeecontainers of tankwagens, of wanneer verschillende gevaarlijke goederen samen worden vervoerd.
U moet de etiketten zowel aan de achterzijde als aan de lange zijden van de container of tank aanbrengen.
Gevarenbord
Voor de markering van het voertuig is ook een gevarenbord verplicht. Dit bord is 30 x 40 cm en is oranje van kleur. Het wordt bevestigd aan de achterkant en voorkant van de vrachtwagen of de afneembare tank.
Normaal gesproken bestaat het gevarenbord uit twee delen en staat in het bovenste deel het gevarennummer en in het onderste deel het UN-nummer. Als een transport echter verschillende gevaarlijke goederen bevat, blijft het bord leeg. Op deze manier wordt aangegeven dat er gevaarlijke goederen worden vervoerd en dat er meer gedetailleerde informatie te vinden is op verschillende gevarenetiketten en -pictogrammen.
Veelgestelde vragen over gevarenklassen
Gevaarlijke goederen zijn alle stoffen, vloeistoffen en voorwerpen waarvan het vervoer een verhoogd risico inhoudt voor de gezondheid van mens en dier, het milieu of de openbare veiligheid.
De classificatie van gevaarlijke goederen is gebaseerd op de VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Daarin worden negen gevarenklassen met verschillende onderklassen gedefinieerd op basis van specifieke kenmerken.
• Gevarenklasse 1 – Explosieve stoffen
• Gevarenklasse 2 – Gassen en gasvormige stoffen
• Gevarenklasse 3 – Brandbare vloeistoffen
• Gevarenklasse 4 – Brandbare vaste stoffen
• Gevarenklasse 5 – Oxiderende stoffen
• Gevarenklasse 6 – Giftige of infectueuze stoffen
• Gevarenklasse 7 – Radioactieve stoffen
• Gevarenklasse 8 – Bijtende stoffen
• Gevarenklasse 9 – Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
• Gevarenklasse 9A – Lithium-ion batterijen
Het VN-nummer of stofnummer is een reeks van vier cijfers die voor elke stof afzonderlijk door een VN-comité is vastgesteld. De specifieke nummerreeksen voor alle stoffen in alle gevarenklassen zijn als lijst opgenomen in de wettelijke voorschriften over het vervoer van gevaarlijke goederen (o.a. ADR).
Bron afbeelding:
© gettyimages.de – Miguel Perfectti