Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
post
Lesezeit: 5 Minuten

Bij het werken op hoogte is het uiteraard belangrijk dat er extra op de veiligheid wordt gelet. Dit geldt ook voor bouwsteigers. Deze moeten daarom aan een aantal eisen en voorschriften voldoen. De steigers die u in uw bedrijf gebruikt, moeten goed aansluiten bij hun beoogde toepassing. Zo kunt u als werkgever uw plicht nakomen om de veiligheid van uw werknemers zo goed mogelijk te waarborgen. Daartoe zijn steigers onderverdeeld in klassen naar gelang hun breedte, hoogte en draagvermogen. Steigers moeten niet alleen tijdens het werk voldoende bewegingsvrijheid bieden, maar eventueel ook de extra last van bouwmaterialen of zware machines kunnen dragen.

Steigerklassen geven informatie over de afmetingen en het draagvermogen van steigers. Zo kunt u in één oogopslag zien of een steiger voor uw doeleinden geschikt is. In dit artikel kunt u meer lezen over de betekenis en de toepassing van de afzonderlijke steigerklassen, alsook over de verschillende soorten toegangen voor steigers.

Naast de classificatie van steigers in verschillende klassen zijn er ook andere factoren waar u rekening mee moet houden, zoals de toegestane afstand tussen staanders. Dit artikel gaat hier niet verder op in; voor meer informatie raden wij u aan om de website van de Belgische overheid te raadplegen.

Steigerklassen volgens NBN-EN 12811

De geldende klassen voor steigers worden gedefinieerd in de norm NBN-EN 12811 “Tijdelijke bouwplaatsuitrusting“. Aan de hand van drie verschillende criteria wordt bepaald in welke klasse een steiger valt:

  • Breedte
  • Hoogte
  • Draagvermogen (oftewel maximale belasting)

Elk van deze criteria is onderverdeeld in verschillende klassen. Voor elke steiger zijn er dus drie verschillende steigerklassen, die ook naar believen met elkaar gecombineerd kunnen worden. Er zijn echter beperkingen in verband met bepaalde veiligheidseisen. Zo moeten steigers met een groot draagvermogen een bepaalde minimumbreedte hebben, zodat de stabiliteit niet in gevaar komt. Welke soort steiger in de praktijk kan worden gebruikt, hangt dus niet alleen af van de omstandigheden op de bouwplaats, maar ook van de wettelijke voorschriften.

De normen voor steigers schrijven ook een duidelijke markering van alle onderdelen voor. Aan de hand van de desbetreffende afkortingen kunt u in één oogopslag zien hoe groot de toegestane oppervlakte en doorgangshoogte zijn, en hoeveel gewicht de steiger aankan.

Belastingklassen voor steigers

De belangrijkste factor voor steigers is de maximale belasting van de afzonderlijke steigerniveaus en werkvloeren. Zowel voor de wetgeving als de veiligheidseisen op de bouwplaats is het van cruciaal belang dat de toegestane maximumbelastingen niet worden overschreden.

In de norm NBN-EN 12811 worden steigers in zes belastingklassen onderverdeeld aan de hand van de maximale belasting in kN/m2. Deze specificatie heeft altijd betrekking op de gehele werkvloer, d.w.z. het gedeelte tussen twee dragende staanderelementen. Als er verschillende steigerniveaus zijn, moet de oppervlaktebelasting dienovereenkomstig verdeeld worden.

BelastingklasseVerdeelde belasting in kN/m2Geconcentreerde belasting op 500 x 500 mm in kN/m2Belasting van afzonderlijke onderdelen in kN/m2
10,751,50/
21,501,50/
32,00 1,50/
43,00 3,005,00
54,50 3,007,50
66,003,0010,00

Bovendien wordt aangegeven welke werkzaamheden op steigers van de respectieve belastingklassen mogen worden uitgevoerd.

  • Belastingklasse 1: steigers van klasse 1 mogen alleen gebruikt worden voor inspectiewerkzaamheden.
  • Belastingklasse 2: op steigers van klasse 2 mogen werkzaamheden zoals stuken, schilderen, voegen of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Het is mogelijk om kleine lasten voor een korte tijd op de steiger te plaatsen, maar de opslag van bouwmaterialen en werkmateriaal is niet toegestaan.
  • Belastingklasse 3: lichte bouwmaterialen en werkmateriaal mogen op een steiger van belastingklasse 3 worden opgeslagen. Het bevestigen van takels en ander materieel voor het verplaatsen of hijsen van materialen zijn echter niet toegestaan. Steigers van klasse 3 worden bijvoorbeeld gebruikt voor dakbedekking, gevelisolatie of schilderwerk. Ze worden beschouwd als een veelzijdige standaardoplossing in de steigerbouw.
  • Belastingklassen 4 tot 6: vanaf klasse 4 moeten de vlonders van een steigerniveau bovendien bestand zijn tegen een tweede belasting (zie belasting van afzonderlijke steigerdelen in de tabel). Deze steigers zijn geschikt voor werk waar veel materiaal bij nodig is, want u kunt de bouwmaterialen direct op de steiger opslaan. Om de veiligheid en bewegingsvrijheid van uw werknemers te garanderen, moeten deze steigers ten minste breedteklasse W 09 hebben. Bovendien zijn er speciale voetspindels nodig voor de verdeling van de last.

Bij het opbouwen van een steiger moeten alle afzonderlijke onderdelen dezelfde steigerklassen hebben. Controleer dit grondig! In tegenstelling tot een verkeerde breedte of hoogte, valt een verkeerde belastingklasse niet onmiddellijk op – maar het gebruik van de verkeerde belastingklasse kan zeer gevaarlijk zijn: als de steiger te zwaar belast wordt, kan dat in het ergste geval tot levensgevaarlijke ongelukken leiden.

Breedteklassen voor steigers

De NBN-EN 12811 geeft zeven breedteklassen voor steigers aan, van 60 tot 240 cm.  Ze zijn gemarkeerd met de letter W en het bijbehorende cijfer en lopen op in stappen van 30 centimeter.

BreedteklassenAfmetingen in cm
W 0660 tot 89
W 0990 tot 119
W 1,2120 tot 149
W 1,5150 tot 179
W 1,8180 tot 209
W 2,1210 tot 239
W 2,4Vanaf 240

De breedte W omvat ook de kantplank: volgens de norm mag die maximaal 30 mm dik zijn. Houd er dus rekening mee dat het bruikbare oppervlak van een steigerniveau in werkelijkheid kleiner is, zodat u eventueel een grotere breedteklasse moet kiezen. Bovendien wordt in sommige gevallen ook de zogenaamde systeembreedte (SW) gespecificeerd. Deze waarde geeft de vrije afstand tussen de staanders aan.

Hoogteklassen voor steigers

Steigers worden ingedeeld in twee verschillende hoogteklassen, die worden aangeduid met H1 of H2. Deze indeling is gebaseerd op de volgende afmetingen en afstanden:

  • h1a: de vrije hoogte tussen steigerniveaus/steigerdelen en de dwarsverbindingen
  • h1b: de vrije hoogte tussen steigerniveaus/steigerdelen en de verankeringen
  • h2: de vrije schouderhoogte
  • h3: de vrije hoogte tussen de niveaus van de steiger

De afstand tussen de steigerniveaus moet ten minste 1,90 m bedragen. Het doorslaggevende verschil tussen de twee hoogteklassen is de vrije doorloophoogte: dit is de hoogte van de vloerelementen tot de dwarsverbindingen van de steigerconstructie of tot de eventuele verankering die daarin kan uitsteken.

Hoogteklasse / Vrije hoogte in m h1a en h1bh2h3
H1Tussen 1,75 en 1,89Minstens 1,60Minstens 1,90
H2Vanaf 1,90Minstens 1,75Minstens 1,90

De hoogteklasse H1 is de standaard voor systeemsteigers. Aangezien in Europa voor de meeste bouwprojecten alleen systeemsteigers worden gebruikt, is de hoogteklasse van vrij weinig belang in vergelijking met de andere criteria.

Classificatie van steigertoegangen

De toegang tot de verschillende steigerniveaus gebeurt via ladders of trappen. De belastingklasse van de steiger speelt ook een belangrijke rol bij het werken op een ladder, omdat er geen buitensporige belasting van de afzonderlijke steigeronderdelen mag ontstaan die de stabiliteit van de gehele constructie in gevaar kan brengen. De standaardoplossing voor systeemsteigers is het gebruik van interne ladders om op het volgende niveau te komen.

Tot een hoogte van vijf meter zijn ook enkele ladders toegestaan. Dit moeten echter schuine ladders zijn, die onder een hoek van 68° tot maximaal 75° ten opzichte van de steiger staan. De ladder moet op de grond vastgezet worden om te voorkomen dat hij wegglijdt; idealiter moet hij rechtstreeks met de steiger verbonden worden. Als u materialen of apparaten moet dragen om op de steiger te werken, moet u een bordestrap gebruiken – dat is veel veiliger.

Voor grotere installaties en werkzaamheden waarbij veel materiaal nodig is, is het opzetten van een apart steigerdeel voor ladders of een aangrenzende trappentoren een veilig alternatief voor schuine ladders. De juiste afmetingen en het draagvermogen van de trappen hangen ook af van de werktaak en de verwachte belasting.

Veelgestelde vragen over richtlijnen voor steigers

Welke klassen zijn er voor steigers?

De momenteel geldende steigerklassen zijn gedefinieerd in deel 1 van de norm NBN-EN 12811 “Tijdelijke bouwplaatsuitrusting”. Daar worden de steigers ingedeeld aan de hand van hun breedte, hoogte en draagvermogen, en in klassen verdeeld:

• zeven breedteklassen (W 06 tot W 2,4)
• twee hoogteklassen (H1 en H2)
• zes belastingklassen (klassen 1 tot en met 6).

Wat zijn steigerniveaus?

Een steigerniveau is de hele ‘verdieping’ binnen een steiger. Afhankelijk van de grootte van de steiger, kan hij zich uitstrekken over meerdere steigerelementen. Bij de berekening van de toegestane belasting moet met alle steigerniveaus binnen een steigerelement rekening worden gehouden.

Wat zijn belastingklassen?

De belangrijkste parameter voor steigers is de maximale belasting van de afzonderlijke steigerniveaus en werkvloeren. Zowel voor de wetgeving als voor de veiligheidseisen op de bouwplaats is het van cruciaal belang dat de toegestane maximumbelastingen niet overschreden worden. In NBN-EN 12811 worden steigers in zes belastingklassen onderverdeeld aan de hand van de maximale belasting in kN/m2. Deze specificatie heeft altijd betrekking op de gehele werkvloer, d.w.z. het gedeelte tussen twee dragende staanderelementen. Als er verschillende steigerniveaus zijn, moet de oppervlaktebelasting dienovereenkomstig verdeeld worden.

Let op: de hier genoemde voorschriften zijn slechts een keuze uit de belangrijkste wettelijke richtlijnen. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we u naar de hier weergegeven voorschriften en wetten. Bij de concrete omzetting in uw bedrijf dient u zich bij twijfel tot een deskundige te richten.

Bron afbeelding: © gettyimages.de – welcomia